1827-1834: tweede etappe, dramatische
beslissingen.
- etappekaart 1827-1834 op sjabloon HGA-KP-079 uit 1872
- desgewenst: meer/minder onderschrift
- De oriëntatie van de kaarten is zó gekozen dat de Badhuisweg rechts en verticaal is afgebeeld; het strand is boven.
- De kaarten zijn, in de verticale richting, meestal te groot voor één beeldscherm. De trukendoos brengt uitkomst in de vorm van de ongebruikelijke schuifbalk aan de linkerkant van de kaart.
- De schuifbalk aan de rechterkant van de webpagina's behoudt zijn gebruikelijke functie voor de webpagina als geheel.
- Beide schuiffuncties zijn bovendien afzonderlijk te bedienen met het muiswiel; het muiswiel doet zijn werk dáár waar de muiswijzer zich bevindt: ter hoogte van een kaart schuift de kaart, daarbuiten schuift de pagina.
- De blauwe jaartallen geven aan waar en wanneer het graven is begonnen, onderbroken of geëindigd.
- Anders dan bij het eerste traçé was nu een oeverbinding nodig om de nieuwe Straatweg naar het Badhuis aan te sluiten op de Koninginneweg.
- Het nieuwe traçé liep over het land van Willem Heijtveldt ('de Bataafse Boer') die zich verzette en op een onteigening aanstuurde.
- Anders dan bij de eerdere plannen lagen de Scheveningse reders nu echt dwars; de beoogde zeehaven bij het Seinpostduin, midden in het aanlandingsgebied van hun bomschuiten, wezen ze af.
- Maar bovenal begon het perspectief van de financiering te wankelen. De problemen werden het eerst manifest in de relaties tussen de gemeente en de hoofdaannemer.
De financiële problemen hadden evenwel een diepere oorzaak. Het Hoogheemraadschap Delfland trok zich terug uit het project en dit voorbeeld werd gevolgd door het Rijk dat in een kostbaar militair conflict in België was verwikkeld die in augustus 1831 culmineerde in de tiendaagse veldtocht. De betekenis van deze tegenslagen ging verder dan de financiering; ze bezegelden ook het psychologische effect van de twijfel of Den Haag het project technisch, administratief en juridisch in de vingers had. De fut ging er uit en het Stadsbestuur concentreerde zich voorzichtig op een eervolle exit: na de oeververbinding in de vorm van de Witte Brug (1833) werd een eenzame havenkom de voorlopige afsluiting van het kanaalproject: midden in het duingebied en nauwelijks een kilometer vóór de finish.
Een brug was nodig om de nieuwe Weg naar het Badhuis aan te sluiten op de Koninginnegracht. Na een korte periode met een vlotbrug kwam er in 1833 een vaste houten pijlerbrug: de Koninginnebrug; in de volksmond de Witte Brug genoemd. De pijlers en de geringe doorvaarthoogte illustreren dat de passage van grote schepen vooralsnog niet werd voorzien.
Ga door naar Pauze
+ - + - +