Schilders in Wittebrugpark   Abrahams   F. Arntzenius   Haverman   W. Maris   Tholen


H.J. Haverman (1857-1928)

Deze kunstschilder werd in 1896 eerste eigenaar van van Lennepweg 25 en liet in 1902 een vrijstaande villa met twee ateliers bouwen om de hoek, op Wagenaarweg 5 (de atelierramen zijn nog steeds zichtbaar), nu Ambassade van Nigeria. Hij noemde het huis naar een van zijn dochters, Villa Rabina. In 1913 ruilde hij met Floris Arntzenius van huis en ging wonen op van Lennepweg 27. Na een rondreizend leven verbleef hij van 1892 tot aan zijn dood in Den Haag. 

 

Haverman was een zeer veel gevraagd en succesvol portrettist in zijn tijd. Helaas is hij nu een wat vergeten naam. Hij werd geboren in Amsterdam in een eenvoudig gezin, waar hij een ongelukkige jeugd had. Hij was de jongste maar meest veelbelovende leerling aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar hij studeerde o.a. met Willem Witsen.

H.J. Haverman, zelfportret,
olie op doek, gesigneerd, z.d.

Omdat hij veel jonger was dan de bekende Haagse Schoolschilders, zegt hij zelf niet door hen beïnvloed te zijn. Hij behoort tot de Beweging van Tachtigers. Behalve portretten schilderde hij ook modern ogende landschappen. Zijn vrouw Carolina Haverman-Birnie was ook schilderes en werd 'talentvol' genoemd.

H.J. Haverman
Portret van Carolina Birnie
aquarel, gesigneerd, 1896

Hij wordt wel een 'self made' man genoemd, die zich door zijn karakter en positieve instelling heeft opgewerkt tot een succesvol mens. Hij werd tenslotte een 'deftig gesitueerd' schilder met invloed in velerlei kringen. Hij was erelid van diverse kunstenaarsverenigingen, waaronder Arti et Amicitiae, kunstenaarsvereniging in Amsterdam, en Pulchri Studio, waar hij van 1921 tot 1923 voorzitter was. In 1918 werd een eretentoonstelling voor hem gehouden in Pulchri Studio. 

R. Roland Holst
affiche Eeretentoonstelling H.J. Haverman 'De Gouden Oogst',  1918

Een In Memoriam van publicist Johan de Meester in De Gids in 1928: 'Welk een voortreffelijk portrettist. Niet een van de velen die zich, als terloops gebruikte bron van inkomst, aan het gladhandig conterfeiten zetten. Hij was het uit innerlijken drang door zijn diepe belangstelling in menschen, voor hem een voortdurende bron van gespannen aandacht. Het was hem een genot hen gade te slaan en scherp werden ze op de korrel genomen.'

 

gepubliceerd 24-03-2014
laatste update 30-11-2015