Europa 1944: Duitsland in het nauw
Het oostelijke front.
In het oosten verplaatste het front zich geleidelijk westwaarts, hier en daar met korte onderbrekingen na Duitse tegenaanvallen en versnellingen na Russische offensieven. Op 16 oktober overschrijden de Russen de grens met Oost Pruisen. Aan het eind van 1944 liep de frontlijn van Boedapest via Warschau naar de Baltische staten; klik hier voor meer detail.
Een
afzonderlijke vermelding verdient de georganiseerde opstand in Warschau. Bij
het naderen van de Russische troepen begon op 1 augustus een grootschalige
gewapende opstand van de bevolking tegen de Duitse bezetters. De
opstandelingen hoopten enerzijds de bevrijding van hun stad te bespoedigen,
anderzijds wilden zij in het bevrijde Polen een onafhankelijke koers kunnen
varen t.o.v. de Russen. De Russen speelden een eigen 'spel': zij rukten de
stad niet binnen en lieten toe dat de verbaasde Duitse bezetters de opstand
onderdrukten. Dat gebeurde met harde hand, waarbij ook de Duitsers grote
verliezen leden; Himmler vergeleek de hevige straatgevechten met die van
Stalingrad. Stalin verbood de westelijke geallieerden hulp te bieden aan de
bevolking en de opstandelingen. Toen duidelijk werd dat de westelijke
geallieerden zich hierbij zouden neerleggen was de capitulatie (2 october
1944) van de opstandelingen onvermijdelijk.
Klik hier als u meer wilt lezen
over deze tragische episode uit de geschiedenis van Warschau. Pas op 17
januari 1945 bezetten de Russen de grotendeels in puin liggende stad binnen
enkele uren.
N.B.: De opstand in Warschau uit 1944 moet niet worden
verward met de
opstand in het Warschause getto in de eerste helft van 1943,
waarbij het ging om een wanhopige reactie op de uithongering en
deportatie van de joden die in het getto waren samengedreven.
Het front in Italië.
Na diverse landingen van de geallieerden wordt Rome ingenomen op 4/5 juni, nadat de Duitsers het uitzonderlijke besluit hadden genomen dat in Rome niet zou worden gevochten en de bevolking gedurende de nacht ordelijk binnenshuis was gebleven. Een tevreden Roosevelt heeft wat te melden aan zijn Amerikaanse achterban.
Het westelijke front: 6 juni = D-day
Eindelijk is het zo ver: op 6 juni begint
de geallieerde invasie in Normandië.
Het oppercommando voor de
operatie ligt bij SHAEF (Supreme Headquarter Allied Expeditionary Force)
onder leiding van de Amerikaanse generaal Eisenhower. De landstrijdkrachten
stonden voorlopig (tot aan de verhuizing van SHAEF naar Normandië op 7
augustus) onder leiding van de Britse generaal Montgomery. Hieronder: Eisenhower en
Montgomery hebben ieder een eigen visie op de pep-talk die ze hebben klaar liggen.
Soldiers, Sailors and Airmen of the Allied Expeditionary Force! You are about to embark on the Great Crusade toward which we have striven these many months. The eyes of the world are upon you. The hopes and prayers of liberty-loving people everywhere march with you..... .....I have full confidence in your courage, devotion to duty and skill in battle. We will accept nothing less than full victory. Good luck and let us all beseech the blessing of almighty God upon this great and noble undertaking. Dwight D. Eisenhower |
To be read to all Troops The time has come to deal the
enemy a terrific blow in Western Europe. .....And, as we enter the battle, let us recall the words of a famous soldier spoken many years ago: He either fears his fate too much, Good luck to each one of you. And good hunting on the main land of Europe. B.L. Montgomery
|
De invasiestranden hebben elkr een eigen signatuur.
Zowel in de lucht als op zee zijn de geallieerden meteen heer en meester; hun overmacht op deze terreinen is onomstreden. De landingen, uitgevoerd met Amerikanen, Engelsen en Canadezen (met contingenten van andere landen) zijn een doorslaand succes; nog op de eerste dag worden 300.000 manschappen geland waarvan 170.000 in de gevechten zijn betrokken. De vijf bruggenhoofden bereiken een diepte van 3 tot 10 km.
Aanvankelijk menen de Duitse strategen dat de landingen op de kust van Normandië een afleidingsmanoeuvre zijn voor de verwachte landingen bij Calais en het is daar, benoorden de Seine, waar ze hun troepen hebben geconcentreerd. Deze Duitse veronderstelling wordt verder versterkt door misleidende operaties in het gebied van Calais. De geallieerden slagen er met hun bombardementen in alle bruggen over de Seine onbruikbaar te maken waardoor de Duitse hoofdmacht slechts met grote vertraging naar het werkelijke gevechtsterrein zal kunnen worden verplaatst.
Al om 12:00 uur spreekt Churchill in het Lagerhuis: 'I have to announce to the Chamber that the first series of mass landings on the European continent have begun and most batteries along the coast have been taken. Everything is running according to plan.'
Pas in de loop van de middag realiseert Hitler (die in alles het laatste woord wil hebben als opperbevelhebber) zich dat het menens is en worden versterkingen (waaronder de in Chartres gelegerde Panzer Lehr divisie) naar de Normandische kust gedirigeerd met het irreële bevel dat de gelande troepen op het strand nog dezelfde dag vernietigd moeten worden. De ernst van de situatie wordt nu wel onderkend maar de eigen mogelijkheid om de situatie onder controle te krijgen wordt schromelijk overschat. De superieure geallieerden slagen er na een week in de vijf landingsgebieden te verenigen tot een continu bruggenhoofd met een kustlijn van 80 km. Een mooi moment voor Churchill om zich op 12 juni met Montgomery op het invasiestrand te vertonen en te laten fotograferen. Zijn voorbeeld wordt op 16 juni gevolgd door Koning George VI.
De eerste weken moet de geallieerde invasie het echter doen zonder een bruikbare haven; versterking en bevoorrading moeten op de invasiestranden plaats vinden. En dat blijft nog even zo, ook nadat op 28 juni Cherbourg wordt veroverd: de haven is grondig vernield en het zal enkele maanden duren voordat sprake is van goed functioneren. De frontlijn ligt dan al ver weg en de haven van Antwerpen is een reëel alternatief geworden.
Het succes van de invasie valt tijdelijk tegen: op 25 juli ligt de frontlijn globaal op de positie die al verwacht was op D+5, d.i. 11 juni. Overlord ligt ernstig achter op het schema; het spook van een soort bovengrondse loopgravenoorlog in de bocage dreigt. Om dit perspectief te doorbreken gaan de geallieerden over tot een grote aanval met gewaagde luchtsteun die op 28 juli leidt tot een spectaculaire uitbraak; de Duitse troepen lijden grote verliezen en beginnen aan een chaotische terugtocht. De Duitse commandanten zien het somber in en dat wordt door Hitler niet gewaardeerd. Op 2 juli wordt Oberstbefehlshaber West maarschalk Von Rundstedt vervangen door maarschalk Von Kluge, die op zijn beurt op 16 augustus plaats moest maken voor maarschalk Model. Toen ook die geen eind kon maken aan de chaotische terugtocht mocht Von Rundstedt, na de val van Antwerpen, het nog eens proberen. De derde commandowisseling in twee maanden! Klik hier voor een BBC-animatie van de gebeurtenissen van 6 juni tot 25 augustus.
Het gaat nu erg snel: op 25 augustus valt Parijs. 3 september Brussel, 4 september Antwerpen. De Duitse grens wordt gepasseerd op 11 september, bij Trier. Op 21 oktober valt Aken, op 24 november Straatsburg, nadat op 23 november de Rijn is bereikt. Maar de vaart is er tijdelijk uit. De geallieerden hebben een logistiek probleem: weliswaar arriveren er voldoende voorraden in Cherbourg maar het transport naar het front (over de weg en per spoor) schiet tekort. Pas wanneer Antwerpen als doorvoerhaven weer in bedrijf komt (28 november) is het ergste leed geleden. Het probleem hangt samen met Eisenhower's opvatting dat er moet worden aangevallen over een breed front; de spectaculaire successen leiden dan al gauw tot problemen bij de bevoorrading.
De succesrijke landing in Normandië brengt een slepende discussie tussen de geallieerden in een stroomversnelling: hoe lopen de demarcatielijnen tussen de bezettingszones als de vijand is verslagen? De Amerikanen doen alsof het hen niet veel kan schelen; ze willen zo snel mogelijk hun troepen naar huis halen of verplaatsen naar de Pacific. Niettemin willen ze een eigen zone en wel, tot verbazing van de Britten, het noorden van Duitsland met de Noordzeehavens; dit ontmoet taai verzet van Churchill. De beide bondgenoten worden het tenslotte eens: de Britten krijgen de noordelijke zone en de Amerikanen stellen zich tevreden met de zuidelijke zone maar mogen vrij gebruik maken van Bremen.
Stalin neemt de westelijke geallieerden na Normandië serieus. Leek het er eerder op dat de Sovjet Unie zonder concurrentie het gehele Duitse grondgebied zou gaan bezetten; na D-day en zeker na de snelle opmars in Frankrijk staan de westelijke geallieerden plotseling dichter bij Duitsland dan het succesrijke Rode Leger. Hij dringt aan op concrete afspraken over demarcatielijnen, naast afspraken wat er gedaan moet worden als de demarcatielijnen om militaire redenen worden overschreden door één van de geallieerden. Churchill kan de verleiding niet weerstaan zich te bemoeien met prioriteiten die tot de verantwoordelijkheid behoren van SHAEF en met name van Eisenhower die zich echter gedekt weet in Washington.
13 juni 1944, de eerste V1 valt op Londen.
Het is een week na D-day als Londen wordt opgeschrikt door de eerste V1: een vliegende bom, met vleugels. Een onbemand vliegtuigje met een lawaaiige straalmotor op zijn rug en gelanceerd vanaf een soort skischans. De besturing en navigatie waren simpel en de nauwkeurigheid was gering. Ze werden gelanceerd vanaf de Kanaalkust. Met een bereik van 240-400 km, maximum snelheid 600 km/h op een vlieghoogte van 100-1000 m. De geringe vlieghoogte maakte het moeilijk de V1 neer te halen met flak of met jachtvliegtuigen of te kunnen volgen met radar. Ongeveer de helft van de geslaagde lanceringen bereikte het doelgebied.
De V1 had, evenmin als de V2, een belangrijke militaire betekenis. Beide Vergeltungswaffen hadden vooral de functie van een terreurwapen dat bedoeld was de burgerbevolking te demoraliseren. De geallieerde opmars in Frankrijk maakte een eind aan de dagelijkse bombardementen met de V1. Klik hier om meer te lezen over de V1.
1944, 20 juli: aanslag op Hitler.
Op 20 juli 1944 werd een serieuze aanslag op Hitler gepleegd. Kolonel von Stauffenberg slaagde er in een bom te plaatsen in Hitler's hoofdkwartier. Op de foto zien we von Stauffenberg kennis maken met Hitler, kort voor de aanslag. Na Hitler's dood zou een coup gepleegd worden door hoge officieren uit het leger die er van overtuigd waren dat de oorlog was verloren en dat met de geallieerden onderhandeld moest worden over een 'staakt het vuren'.
Von Stauffenberg plaatste de bom in een vergaderkamer van de Wolfsschanze, nabij Rastenburg in het huidige Polen. De bom ontplofte in de onmiddellijke nabijheid van Hitler maar hij overleefde de aanslag miraculeus met betrekkelijk lichte verwondingen.
De aanslag was zorgvuldig voorbereid en Stauffenberg kon per vliegtuig ontsnappen naar Berlijn waar hij het nieuws vernam dat de aanslag was mislukt waarna de coup werd afgelast. Nog dezelfde avond werd hij gearresteerd en geëxecuteerd. De voortvarendheid waarmee Von Stauffenberg het zwijgen werd opgelegd gaf Hitler aanleiding te veronderstellen dat het ging om een breed gesteunde couppoging die tot op de bodem moest worden uitgezocht. Het gevolg was een grootscheepse zuivering die aan 5000 verdachten het leven kostte, waaronder de populaire generaal Rommel en vele anderen die min of meer op de hoogte waren van de bedoelingen van de coupplegers. Klik hier voor meer informatie over Stauffenberg en de aanslag.
1944, 8 september: eerste V2 valt op Londen.
De V2 was een ééntraps raket die onhoorbaar (want met supersonische snelheid) en onzichtbaar (op ca. 100 km hoogte) kwam aanvliegen; dus zonder waarschuwing en zonder luchtalarm. Aanvankelijk was het onduidelijk wat de oorzaak was van de explosies. Juist een dag eerder had Herbert Morrison, de Britse Minister for Home Security, nog verzekerd dat de Battle of London (V1) voorbij was. Op 8 november maakten de Duitsers het bestaan van de V2 bekend en op 10 november werd door Churchill toegegeven dat er een nieuw probleem was.
De V2 werd m.b.v. dwangarbeiders in een ondergrondse fabriek in Mittelbau-Dora (bij Nordhausen in de Harz) geassembleerd; zie de foto hiernaast van de assemblage van de raketmotor. Tegen de V2 konden de Britten zich met de toenmalige technologie niet verdedigen. De enige mogelijkheid was de lanceringen te verhinderen door de aanvoerlijnen te bombarderen en de lanceerbases te vernietigen. Dat laatste was een groot probleem. Het merendeel van de lanceringen gebeurde vanaf mobiele bases in bosrijk terrein. Een mobiele basis kon in twee uur operationeel gemaakt worden en kon in een half uur weer worden ontmanteld; snel genoeg om bij verrassing te lanceren en weg te zijn voordat geallieerde vliegtuigen tussenbeide konden komen. Klik hier voor meer informatie over de V2.
17-25 september 1944: operatie Market Garden ('Arnhem')
De pas-op-de-plaats langs de Rijn, na de snelle successen in Frankrijk, maakt de behoefte aan nieuwe successen urgenter. De behoefte aan een nieuw succes(je) wordt groter en houdt gelijke tred met de bereidheid om risico's te nemen; Duitsland is toch al (haast) verslagen? Is er werkelijk geen list te bedenken om een snelle doorbraak met (aanvankelijk) een smal front te realiseren en de geallieerden nog in 1944 naar Berlijn te brengen?
Montgomery krijgt op 10 september van Eisenhower het groene licht voor een stoutmoedige aanpak: operatie Market-Garden beoogt de verovering van de Rijn/Waal bruggen bij Arnhem met luchtlandingstroepen die snel versterkt zullen worden met grondtroepen die vanuit het zuiden oprukken. De toegang tot de noordduitse laagvlakte (met Hamburg en Bremen als strategisch belangrijke doelen) ligt daarna open. De operatie zou ook een verdere verdieping zijn van een taakverdeling tussen de Amerikaanse en de Brits-Canadese troepen die zou aansluiten bij de verdeling van Duitsland in bezettingszones. Nauwelijks heimelijk dacht Churchill hier ook een kans te zien om door te stoten naar Berlijn, iets waaraan Eisenhower weinig prioriteit toekende.
Maar er gaat van alles mis gedurende de operatie; klik hier voor de betreffende Nederlandstalige pagina in de Wikipedia. Of bekijk de animatie van de BBC, wellicht de snelste manier om de complexe operatie en de mislukking te volgen.
Market Garden gaat de geschiedenis in als een kostbare mislukking (de verliezen overtroffen die van D-day) die vele malen is geanalyseerd om de fouten op te sporen en (meestal indirect) te wijzen naar schuldigen. Zuurder nog: misschien was de operatie al achterhaald bij het begin en had deze tijdig moeten worden afgelast. Antwerpen werd al ingenomen op 4 september en als de prioriteit voor Market Garden niet had bestaan had de Duitse aftocht van Antwerpen naar Zuid-Beveland verhinderd kunnen worden en lag Nederland open voor een snelle bevrijding in 1944.
De overlevering wil dat Montgomery persoonlijk verantwoordelijk was voor het doorzetten van de operatie, ook toen vroegtijdig duidelijk werd dat er wellicht Duitse pantsertroepen in het operatiegebied aanwezig waren. Montgomery (geïnterviewd door Cornelius Ryan voor zijn boek 'A bridge too far') vond de operatie '90 % successfull'. Ook Churchill, in een briefwisseling met Veldmaarschalk Smuts (Zuid Afrika) was voorzichtig positief: 'I have not been afflicted by any feeling of disappointment over this and am glad that our commanders are capable of running this kind of risk.' Prins Bernard, geïnterviewd door Cornelius Ryan: 'My country can never again afford the luxury of another Montgomery success.' De afsluiting van de BBC animatie vat de conclusie bondig samen: 'Operation Market-Garden is over, ultimately a failure.' Het is duidelijk: de vingers wijzen naar Montgomery. Maar als, met iets minder tegenslag en iets meer geluk, de operatie met succes zou zijn bekroond dan had niemand gemord en was Montgomery, de held van El Alamein, de geschiedenis ingegaan als de stoutmoedige tacticus met de juiste taxatie van de risico's.
Als Market Garden een succes was geworden zou de bevrijding van Nederland dan sneller zijn verlopen? De bevrijding van heel Nederland was voor de geallieerden ten tijde van Market Garden niet urgent. De recente V2 bedreiging van Londen met lanceerbases rond Den Haag speelde bij de planning van Market Garden nog geen rol. Een directe aanval op west Nederland zou een lastige en kostbare onderneming zijn geworden. Denkbaar is dat de bezetting van de bruggen bij Arnhem/Nijmegen na een snelle opmars van de geallieerden langs de grens met Duitsland het Duitse garnizoen in het westen van Nederland nog vóór de winter had ingesloten en de optie van een afzonderlijke capitulatie naderbij had gebracht. De werkelijkheid was dat de oversteek van de Rijn in Nederland bleef liggen tot maart 1945.
6 october - 8 november 1944: Slag om de Schelde
De haveninstallaties van Antwerpen waren op 4 september nagenoeg intact in handen van de geallieerden gevallen; een enorme meevaller, nadat een Britse tankdivisie in vijf dagen tijd zich vanuit Noord-Frankrijk in een opmars van 400 km een weg door België had gebaand. Maar zolang de Duitsers meester waren van de oevers van de Westerschelde kon de haven nog niet gebruikt worden voor de geallieerde bevoorrading. Mede als gevolg van de transportcrisis en de top-prioriteit voor Market Garden bleef het openen van de Westerschelde een maand liggen voordat Eisenhower aan Montgomery, nog steeds tegen diens zin, bevel gaf de Westerschelde onder controle te brengen.
Het belang van Antwerpen voor de geallieerden was natuurlijk ook bij de Duitsers bekend die er alles aan deden zich langs de Westerschelde te versterken. Het openen van de Scheldemonding beloofde dan ook een kostbare operatie te worden die werd toevertrouwd aan de First Canadian Army, met Poolse en Britse elementen. Lees hier meer over de slag om de Schelde.
over de grimmige strijd, die culmineerde in de verovering van Walcheren na bombardementen van de dijken. Op 28 november voer het eerste konvooi de haven van Antwerpen binnen; Eisenhower: 'The end of Nazism was in clear view when the first ship moved unmolested up the Scheldt.' Tegen de jaarwisseling was nagenoeg het gehele zuiden van Nederland bevrijd.
16 december - 7 januari 1944/1945: de Ardennen.
Op 16 december verrast Hitler de geallieerden met een groot tegenoffensief in de Ardennen. De bedoeling is een doorbraak te forceren in de Ardennen en vervolgens door te stoten naar Antwerpen; daarna, zo meende de Führer, zouden de verhoudingen zodanig ten gunste van Duitsland zijn gekeerd dat alsnog een afzonderlijke vrede met Engeland en de Verenigde Staten kon worden afgedwongen. Aldus in de rug gedekt zou het Duitse leger de Russische opmars in het oosten tot staan kunnen brengen. Klik hier voor een meer uitvoerige beschrijving.
In het begin van de operatie blijkt het voordeel van de verrassing goed te werken. De strijd concentreert zich op het bezit van het verkeersknooppunt Bastogne dat op 21 december door de Duitsers wordt omsingeld maar door de Amerikanen taai wordt verdedigd. Het slechte weer voorkomt aanvankelijk dat de geallieerden gebruik kunnen maken van hun superieure luchtwapen. Als echter het weer verbetert keren de kansen snel. Op 24 december vraagt de Duitse commandant aan Hitler de troepen te mogen terugtrekken maar Hitler wijst dit af; hij geeft opdracht Bastogne (opnieuw) te bestormen en een offensief in te zetten richting de Elzas. Maar het komt er niet meer van. Op 7 januari 1945 geeft Hitler opdracht het offensief te staken waarna een geleidelijke terugtocht begint. Aan het eind van januari 1945 is het front in de Ardennen terug waar het was op 16 december 1944.
De strijd in de Ardennen was omvangrijk: meer dan een miljoen soldaten werden ingezet, ongeveer gelijk verdeeld over de Duitsers en de geallieerden. Minder dan 10 % van het geallieerde kamp was Brits. In de Amerikaanse literatuur wordt de strijd in de Ardennen beschreven als een veldslag tussen de Amerikaanse en de Duitse troepen. De verliescijfers (doden en gewonden) lijken dit beeld te bevestigen: 81.000 Amerikanen, 1.400 Britten, tegenover 85.000 Duitsers. Het Duitse tegenoffensief was voor Eisenhower een tegenslag in een tijd waarin de pers voortgezette spectaculaire successen verwachtte en er kritisch werd gekeken naar het feit dat er op elke Britse soldaat twee Amerikanen vochten. Churchill zegde toe nieuwe Britse versterkingen te sturen, waaronder (voor het eerst) ook vrouwen die dienst deden in Engeland.
De jodenvervolging
Aan het eind van 1944 begonnen de Nazi's in te zien dat ze zich wellicht na de oorlog zouden moeten verantwoorden voor oorlogsmisdaden. Er kwam een beweging op gang om sporen uit te wissen. Zo werden de crematoria van Auschwitz-Birkenau in november 1944 opgeblazen door de SS bij de nadering van de Russische troepen.
Vanuit enkele concentratiekampen in Polen
kwamen in de winter '44-'45 dodenmarsen op gang. De gevangenen die nog
konden lopen werden gedwongen in lange colonnes naar een treinstation te
marcheren, soms tientallen kilometers verwijderd, om te worden overgebracht
naar een meer westelijk, in Duitsland gelegen, kamp. De gevangenen die te
zwak waren om te kunnen lopen bleven in het kamp achter om te wachten op hun
bevrijding. Degenen die onderweg neervielen werden achtergelaten of gedood.
De balans van 1944
Het slot van 1944 zorgde nog even voor benauwde momenten in het geallieerde kamp; het Duitse offensief in de Ardennen bleek echter een laatste krachtsinspanning waarmee een jaar werd afgesloten van grote successen voor de geallieerden. Met de landingen in Normandië werd eindelijk een westelijk front geopend dat zich binnen enkele maanden spectaculair uitbreidde tot aan de Rijn. De gewaagde poging om de Rijn bij Arnhem over te steken mislukte echter. In het oosten naderden de zegevierende Russische troepen de Duits-Poolse grens, terwijl de operaties in het zuiden zich, na de inname van Rome, verplaatst hadden naar noord-Italië. De militaire instorting van Hitler-Duitsland stond voor de deur.
+ - + - +