Zaterdag, 11 mei 1940: de tweede oorlogsdag
Al om half vier in de ochtend was er alarm: parachutisten zouden zijn geland op het Malieveld! Al gauw bleek het bericht onjuist zoals zoveel andere berichten die in de heersende sfeer van chaos, nervositeit en achterdocht de ronde deden. Al voor de Duitse inval was sprake van subversieve krachten (NSB'ers, Duitsers) die in geval van een Duitse inval zich als handlangers zouden ontpoppen. Er zou sprake zijn van een Vijfde Colonne, een term die in zwang was gekomen tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Talloze NSB'ers en Rijksduitsers werden opgepakt en/of geïnterneerd.
Maar 'het gevaar loert aan alle kanten'. Wellicht was een deel van de berichten geïnspireerd op de Nederlandse uniformen die door de Duitsers bij enkele grensoverschrijdingen op de ochtend van 10 mei waren gebruikt. Zo werden er parachutisten gesignaleerd met blauwe kiel, bruine broek en op klompen. Door zulke nieuwtjes voor de radio bekend te maken werd de nerveuze sfeer van 'het wemelt van de verraders en je kunt niemand vertrouwen' aangewakkerd tot gevaarlijke proporties. Daarbij moesten de angstige burgers vooral goed opletten of ze de vertrouwde stem van de ANP nieuwslezer herkenden. In enkele gevallen kon gesproken worden van vervolgingswaanzin en vielen er slachtoffers.
De fameuze Grebbelinie was op 10 mei nog buiten schot gebleven maar in de nacht van 10/11 mei begonnen de Duitsers met een artilleriebeschieting van de voorpostenstrook, gevolgd door de opmars van een SS-divisie die de Nederlandse troepen snel achteruit drong. Er ontstond paniek en tegen de avond hadden de Duitsers de voorpostenstrook in handen. Aan Nederlandse kant werd besloten dat de strook op 12 mei moest worden heroverd, 'tot elke prijs'.
10-14 mei 1940: de Duitse
opmars in Noord-Brabant
Na de Duitse doorbraak bij Mill was al op 10 mei opdracht gegeven de Peel-Raamstelling prijs te geven; de troepen moesten zich in de nacht terugtrekken achter de Zuid-Willemsvaart. Inderhaast hadden zij hun zware wapens moeten achterlaten. De linie langs de Zuid-Willemsvaart was eigenlijk ongeschikt voor de verdediging en vertoonde forse hiaten, o.a. bij de (niet gesprongen) brug bij Heeswijk. Vroeg in de middag van 11 mei reed de Duitse voorhoede al over de brug; op andere plaatsen werd de oversteek gemaakt met rubberbootjes. De Nederlandse troepen trokken zich in wanorde terug naar het westen en een deel belandde in België waar ze argwanend werden ontvangen. Er waren in Nederland toch Duitsers in Nederlandse uniformen gesignaleerd? Een deel van de Nederlandse militairen werd ontwapend en door de Belgen overgebracht naar Antwerpen.
Rond Den Haag werd veel energie gestoken in de opruiming van de verspreide groepen parachutisten en luchtlandingstroepen. Dit werd een volledig fiasco. Met name de aanval op een in de duinen bij de Wassenaarse Slag verborgen groep is daarvan een voorbeeld. De Duitsers maakten 300 krijgsgevangenen en joegen de overblijvende Nederlanders op de vlucht.
De Duitsers wisten hun posities in en rond Rotterdam en op het Eiland van Dordrecht goed te handhaven. Ze kregen er nog 150 parachutisten en 600 man luchtlandingstroepen bij terwijl ook voorraden werden aangevoerd, De Nederlandse pogingen om de Duitsers aan te vallen en zo mogelijk te verdrijven werden in de kiem gesmoord.
Wat was de balans van zaterdag, 11 mei?
Aan Nederlandse kant wilde men zich niet door het slechte nieuws laten deprimeren. De Grebbelinie was (nog) niet gevallen. Sterke Franse troepen waren onderweg en als met hun hulp de grote bruggen werden heroverd dan zou de vijand bij Rotterdam geïsoleerd raken en zich niet kunnen handhaven.
Aan Duitse kant werd geconcludeerd dat de verdediging van de Grebbelinie zwakker was dan verwacht. Besloten werd dat op 12 mei een beslissende aanval op de Grebbelinie moest worden ingezet. De opmars van de 9de Panzer-Division in Noord-Brabant verliep voorspoedig en er was vertrouwen dat de Moerdijkbrug (de al veroverde toegangspoort tot de Vesting Holland) snel zou worden bereikt.
+ - + - +