Zondag, 12 mei 1940: de derde oorlogsdag
Op en rond de Grebbeberg werd nog de hele dag gevochten. De Nederlandse troepen waren door het verlies van het voorpostenterrein (11 mei) en aanhoudende artilleriebeschietingen ernstig gedemoraliseerd. Op vrij grote schaal vluchten velen uit hun stellingen, gedeeltelijk met achterlating van hun wapens. Op hoog bevel en onder bedreiging werd een deel van de vluchtelingen gedwongen de strijd te hervatten.
In de Vesting Holland werd het spannend. De Duitse commandant, generaal Student, gaf persoonlijk leiding aan een colonne die haastig bijeen gebracht was tegen de Nederlandse actie om het Eiland van Dordrecht te zuiveren van Duitsers. De situatie voor de Nederlandse troepen op het Eiland verslechterde snel toen rond 16:45 een voorhoede van de 9de Panzer-Division de Moerdijkbrug passeerde met lichte pantserwagens, in de avond gevolgd door zware tanks. De commandant van de Vesting Holland werd terstond van dit rampbericht op de hoogte gebracht maar hechtte er geen geloof aan: het kon niet anders dan dat het ging om de voorhoede van de Franse troepen!
De successen van de Duitse troepen maar vooral de tegenslagen van de Nederlandse militairen bleven moeilijk te begrijpen. Het kon welhaast niet anders dan dat de Vijfde Colonne en verraders hier de hand in hadden. In Den Haag werd besloten alle nog niet gearresteerde en geďnterneerde Rijksduitsers (een kleine twee duizend) alsnog op te halen en te interneren in Filmstad, de in 1935 door de Haagse filmtycoon Loet C. Barnstijn gestichte filmstudio op het landgoed Oosterbeek (achter Clingendael). De Hoofdcommissaris van politie blokkeerde de massale actie uit vrees voor ongelukken die in de algemene sfeer van paniek en angst gemakkelijk optraden.
Al op 10 mei was uit veiligheidsoverwegingen besloten dat het prinselijk paar met de prinsesjes Beatrix en Irene het land zouden verlaten. De Royal Navy bood vanaf IJmuiden transport naar Engeland aan maar de tocht van Den Haag naar IJmuiden leek te onveilig door de aanwezigheid van talrijke Duitse parachutisten. Dit herhaalde zich in de avond van 11 mei maar op 12 mei werd het vervoer geregeld: de geblindeerde auto voor goudtransport van de Nederlandse Bank werd met een sterk militair escorte ingezet. Alles ging goed; de in IJmuiden wachtende torpedobootjager 'Codrington' van de Royal Navy meerde de volgende ochtend aan in Harwich.
De Ministerraad was min of meer permanent bijeen in het tegenwoordige gebouw van het ministerie van Economische Zaken aan de Bezuidenhoutseweg 30; meestal in de schuilkelder. Ondanks dat laatste, toch een 'gevaarlijke' locatie: grenzend aan het Haagse Bos waar de Vijfde Colonne geacht werd zeer actief te zijn. Er werd niet voortdurend vergaderd maar vooral veel geluisterd naar nieuwsberichten op de radio. Eigenlijk hadden de ministers niet veel te doen; alles draaide om de opperbevelhebber Winkelman die al op 11 mei te kennen had gegeven dat hij de strijd zou voortzetten, ook als de gehele ministerraad in Duitse handen zou vallen. Nu, omstreeks één uur in de middag ging hij naar Bezuidenhoutseweg 30 om aan de ministers de Geer en Dijxhoorn verslag uit te brengen over de sombere situatie; zij informeerden vervolgens hun mede-ministers.
Het Kabinet werd het er over eens dat de Koningin moest worden aangeraden het land onmiddellijk te verlaten. De Geer en Dijxhoorn zouden haar dat moeten gaan vertellen maar de tocht naar Paleis Noordeinde werd te onveilig geacht. Het advies van het Kabinet werd aan de koningin overgebracht door haar landmacht-adjudant. De koningin dacht er echter niet over zich iets van het Kabinet aan te trekken; zij voer op het kompas van generaal Winkelman. Aan het eind van de dag overheerste de verwachting dat de Koningin zou besluiten het land te verlaten en dat de meerderheid van het Kabinet haar daarin zou volgen. Al eerder had men besloten dat in een dergelijke situatie de ministers hun gezinnen niet zouden mogen meenemen.
Snelle buitenlandse hulp was nu essentieel. Waar bleven de Fransen? Rond zeven uur belde Winkelman naar kolonel Scharroo, commandant in Rotterdam, met de mededeling dat een Franse pantserdivisie naar de grote bruggen oprukte. De opperbevelhebber was kennelijk nog onwetend dat twee uur eerder de eerste Duitse pantserwagens de Moerdijkbrug al gepasseerd waren. Dit bericht werd 's avonds laat door Radio Bremen bevestigd. De Franse troepen waren toen al op de terugtocht nadat ze geconstateerd hadden dat de Nederlandse troepen geen strijd van betekenis zouden gaan leveren.
Wat was de balans van zondag, 12 mei?
Aan Nederlandse kant drong de realiteit door: het zag er slecht uit. De Grebbelinie zou niet kunnen worden behouden. De Friese Wonsstelling was ingestort waardoor de toegang tot de Afsluitdijk nog slechts bewaakt kon worden door Kornwerderzand. Rotterdam werd rechtstreeks bedreigd door de, vanaf de Moerdijkbrug, naderbij komende tanks. De Nederlandse troepen raakten oververmoeid; reserves waren er niet en de munitie raakte op. Generaal Winkelman bereidde zich voor op een somber verhaal dat hij de volgende dag moest schetsen voor Koningin en Kabinet.
Aan Duitse kant was men toch wel geďmponeerd door het onverwacht taaie verzet langs de Grebbelinie maar de stemming werd uiteraard beheerst door de voldoening dat de 9de Panzer-Division bezig was de Vesting Holland over de Moerdijkbrug binnen te rijden. Het duurde allemaal wat langer dan gehoopt maar de overwinning was binnen handbereik.
+ - + - +