inhoud en samenvatting

Nederland 1939: Nederland op weg naar oorlog

Colijn blijft kalm

Als op 15 maart de Duitse troepen Tsjechië (Bohemen en Moravië) bezetten, in strijd met de eerdere belofte dat het Sudeten-gebied de allerlaatste aspiratie van Hitler zou zijn, blijft het in Nederland aanvankelijk rustig. Colijn wil opnieuw niets weten van een algemene mobilisatie (ondanks het voorbeeld van Engeland en Frankrijk) en ziet de bezetting als een nieuwe bevestiging dat Hitler's zoektocht naar 'Lebensraum' een oostelijke koers blijft houden. Het lijkt er op dat Colijn het naderende gevaar niet wil zien.

Op 7 april meent Mussolini niet langer te kunnen achterblijven bij zijn Duitse voorbeeld en overvalt het kleine Albanië. Op 10 april wordt Colijn bij de Koningin ontboden. Zij kiest de kant van de verontruste legerleiding en dringt aan op een algemene mobilisatie. Colijn wil niet verder gaan dan de (veel kleinere) mobilisatie van de grensbataljons en richt zich per radio tot de bevolking: 'voor een beduchtheid van onze eigen veiligheid acht ik geen enkele grond aanwezig'. Het historische vaderlijke vermaan 'gaat u maar rustig slapen' van de Rijnland crisis uit Maart 1936 blijft dit keer achterwege.

Het precieze citaat uit 1936 luidt: '...Ik verzoek den luisteraars dan ook om, wanneer zij straks hun legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als zij dat ook andere nachten doen. Er is voorshands geen enkele reden om ongerust te zijn.'

1939, 27 juli: Colijn exit

Bij de aanvang van 1939, het jaar waarin de Tweede Wereldoorlog op 3 september zou uitbreken n.a.v. de Duitse inval in Polen, is de Nederlandse regering (vierde kabinet Colijn) vooral gefocusseerd op het binnenlands beleid. Het economisch herstel, weliswaar achterblijvend bij het herstel elders in Europa, lijkt voldoende om na de jarenlange periode van bezuinigingen een paar positieve elementen in de begroting op te nemen. Romme, de katholieke minister van Sociale Zaken, komt met bescheiden voorstellen die herinneringen oproepen aan het Plan van de Arbeid van de SDAP. Maar de internationale spanningen rechtvaardigen evenzeer een stijging van de defensie-uitgaven. Colijn stelt de ministers een ultimatum: er moet bezuinigd worden, allereerst op de uitkeringen aan werklozen. De ministers steigeren; het kabinet implodeert, en dient zijn ontslag in. Na ongehoord gehakketak komt Colijn tenslotte op 25 juli met een onwaarschijnlijk kabinet dat twee dagen later door de Kamer wordt weggestemd. Colijn is, na vijf kabinetten die zijn naam droegen, zijn greep op de nationale politiek kwijt; de tijd is rijp voor een nieuwe aanpak.

de Geer

De formatieopdracht gaat nu naar de christelijk-historische D.J. de Geer; deze krijgt o.a. te horen dat de Koningin er een voorstander van is dat de SDAP in de te vormen regering wordt opgenomen. Een gemakkelijke formatie wordt het niet, nu het novum zal worden vertoond van een kabinet met deelname van socialisten. De katholieken zijn bereid hieraan mee te werken; de grote katholieke voorman Nolens had al in de twintiger jaren de deur naar mogelijke samenwerking in een regering met socialisten op een kiertje gezet ('denkbaar, in uiterste noodzaak'). De liberalen haken af; ook de gepolste kandidaten uit de Anti-Revolutionaire hoek laten het afweten, behalve Gerbrandy die bereid is minister van Justitie te worden, overigens tegen de zin van zijn partij. Even nog speelt De Geer met de gedachte Colijn te vragen als premier op te treden maar die weigert. Tenslotte, op 10 augustus 1939, is er een nieuw kabinet met een solide basis in de Kamer: RKSP, SDAP, CHU en VDB, samen beschikkend over 68 van de honderd zetels.

Na het politieke geharrewar van de formatie staat het nieuwe kabinet aanstonds in de branding van de internationale realiteit. Amper drie weken na het aantreden van het kabinet zal de Tweede Wereldoorlog uitbreken en die dreiging overheerst alles. Hoewel...: minister-president De Geer begint zijn optreden met een vakantie in het Schwarzwald vanwaar hij op 22 augustus inderhaast naar Nederland wordt terug geroepen. Zijn collega's hebben de voorbereiding van de mobilisatie dan al in gang gezet. De algemene mobilisatie wordt op 28 augustus afgekondigd, na enig tegenstribbelen van De Geer. Op dezelfde dag bieden de Koningin en de Belgische Koning hun goede diensten aan in een boodschap die wordt overhandigd aan de ambassadeurs van de vijf landen die op 3 september in oorlog zullen zijn. Dit goedbedoelde Koninklijke initiatief, geregisseerd door de kersverse Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken E.N. van Kleffens, zal geen rol spelen in het verdere beloop van de gebeurtenissen.

De Chef van de Generale Staf, generaal Reynders, wordt benoemd tot Opperbevelhebber van Land en Zeemacht. Hij vraagt aanstonds de Staat van Beleg af te kondigen waardoor het Militair Gezag over vergaande bevoegdheden kan beschikken, o.a. instelling van perscensuur. De Ministers willen niet verder gaan dan de Staat van Oorlog (gepaard gaande met een kleinere concentratie van bevoegdheden bij het Militair Gezag) en willen ook afspraken maken dat die bevoegdheden slechts beperkt gebruikt zullen worden.

Op 1 september valt Hitler Polen binnen en staat de oorlog voor de deur. Zal Nederland, net als tijdens de Eerste Wereldoorlog, buiten de oorlog kunnen blijven? De bange gevoelens bij de bevolking worden door L. de Jong aangrijpend verbeeldt als hij die dag 'duizenden' landgenoten ziet samenstromen bij Paleis Noordeinde. De Koninklijke Familie komt naar buiten, de Koningin voorop, en begeeft zich naar het ruiterstandbeeld van Willem de Zwijger. 'Dan klinkt met luide stem uit haar mond: "Leve het Vaderland,... Hoezee!". Allen nemen het over.' En in het onnavolgbare proza van De Jong plaatst deze een bewogen kanttekening:

'... En zo steekt in het toesnellen en samenscholen der mensen, in hun geroep, in hun kreten, ook in hun tranen, iets van de hulpeloosheid van een volk dat, in zijn nijver aanpakken en in zijn verdraagzame verscheidenheid, de onverbiddelijke hardheid van 's werelds loop uit het oog verloren heeft en uit zijn midden onvoldoende leidslieden heeft voortgebracht om het tijdig te wijzen op het noodweer dat sinds '33 kwam opzetten.'

De Geer die, evenals Colijn, niet in het uitbreken van een oorlog had geloofd wendt zich op 5 september opnieuw tot Colijn met het verzoek zich voor de leiding van het Kabinet beschikbaar te stellen. Colijn herhaalt zijn weigering van een maand geleden. En zo gaat Nederland, onder leiding van een onzekere premier, de laatste acht 'vooroorlogse' maanden in.

Neutraal

Op 3 september 1939 verklaren Engeland en Frankrijk in oorlog te zijn met Duitsland. Nederland stelde zich, althans op papier, neutraal op tegenover de oorlogvoerenden. Deze strategie had zijn waarde bewezen in de Eerste Wereldoorlog en zou ook in een nieuwe oorlog een kans moeten bieden om buiten de vijandelijkheden te blijven.

Op dezelfde dag nog verschijnt de Nederlandse Neutraliteitsproclamatie in de Staatscourant. Binnen het Nederlandse grondgebied, watergebied en het zich daarboven bevindende luchtruim worden geen vijandelijkheden toegelaten, op straffe van ontwapening en internering.

De geloofwaardigheid van de Nederlandse neutraliteit betekende ook toezicht, verdediging en sancties. Op vreemde overvliegende vliegtuigen die weigerden op eerste sommatie te landen moest worden geschoten. Verdachte schepen moesten worden geïnspecteerd. Mijnen werden gelegd in de kustwateren en mijnenvegers moesten zorgen voor veilige vaarroutes waarin losgeslagen Duitse, Franse, Engelse en Nederlandse mijnen werden verwijderd. Ondanks de neutraliteit waren er al gauw aanzienlijke verliezen bij schepen onder Nederlandse vlag die incidenteel op mijnen liepen of zelfs werden getorpedeerd. Tot het begin van de Duitse overval op Nederland gingen zo'n 30 koopvaardij- en vissersschepen verloren; 250 zeelieden en passagiers verloren daarbij het leven.

Via de gezant liet Duitsland polsen of Nederland zich gewapenderhand zou verzetten tegen een eventuele Duitse doortocht van Limburg. Hem werd verzekerd dat dit niet zou worden getolereerd. Van zijn kant gaf Hitler meermalen de verzekering dat hij de neutraliteit van België en Nederland zou respecteren; o.a. op 6 oktober 1939. Het staat vast dat Hitler er geen moment aan dacht die toezegging na te komen; zijn legertop, belast met het maken van de aanvalsplannen, kreeg de verzekering dat de Führer t.z.t. voor een voorwendsel zou zorgen.

Alarm: 'op 12 november komt de aanval'

Op 19 oktober kreeg Hitler het verlossende bericht dat het leger, na de campagne tegen Polen, op 11 november weer inzetbaar zou zijn. Hij gaf meteen opdracht de aanval in het Westen te laten beginnen op 12 november. Op 4 november, dus een week voor de verwachte aanval, stelde de Engelse ambassaderur de Nederlandse regering op de hoogte van dit onheilspellende nieuws. Het bericht werd bevestigd door majoor Sas, Nederlands militair attaché in Berlijn, die goede contacten had met de Duitse kolonel Oster van de Abwehr.

Deze aanval zou de aanzet moeten worden voor een snelle verovering van de vliegvelden in de lage landen en langs de Kanaalkust. De kortere vliegtijd naar Engeland was nodig om op grote schaal magnetische mijnen in de Britse kustwateren te kunnen uitwerpen waardoor, zo verwachte de Führer, de bevoorrading van Engeland vanuit Azië en Amerika tot stilstand zou komen. De bedoeling was Engeland te isoleren en onder druk te zetten om met Duitsland tot een vergelijk te komen, zonder de noodzaak van een feitelijke bezetting van (een deel van) Engeland. Daarna zou de Duitse aanvalskracht weer naar het oosten kunnen worden gericht voor de onvermijdelijke krachtmeting met Rusland.

Majoor Sas kreeg destijds niet veel waardering voor zijn inlichtingenwerk. Zijn superieuren meenden zelfs dat hij gebruikt werd door de Duitse contraspionagedienst en inderdaad was zijn zegsman een hoge officier van de Abwehr. Men kon zich niet voorstellen dat Sas inlichtingen kreeg die betrouwbaar waren, hoewel veel van zijn inlichtingen later juist bleken te zijn. Overigens zegt dat niet veel: het geven van misleidende inlichtingen door een bron die zijn geloofwaardigheid 'bewijst' door nu en dan ook juiste inlichtingen te verschaffen was een methode waarvan (niet alleen) de Abwehr zich bediende.

Fall Gelb

Het Duitse voornemen om in het westen aan te vallen werd ontwikkeld in een dossier, genaamd Fall Gelb. Aan dit dossier, dat na de oorlog werd aangetroffen in de Duitse archieven, werd voortdurend gesleuteld en het staat vast dat Hitler zich daarmee intensief bemoeide. Fall Gelb beoogde aanvankelijk een snelle bezetting van de Kanaalkust als springplank voor acties tegen Engeland. Om dat doel te bereiken waren vooral België en Luxemburg van belang voor een opmars waarbij de Franse Maginotlinie links bleef liggen. Nederland speelde in Fall Gelb een wisselende rol; een bezetting van Nederland was voor het hoofddoel van de operatie niet echt nodig. In de versie van 29 oktober 1939 was Nederland zelfs geheel uit het plan verwijderd maar na enkele weken, op 14 november, was Nederland op aandringen van de Luftwaffe weer terug in Fall Gelb als doel voor omvangrijke luchtlandingen.

De voorgenomen Duitse aanvalsdatum van 12 november werd op 7 november uitgesteld tot 15 november wegens de weersomstandigheden; mist en regen waren ongunstig voor de Luftwaffe. Dit opschuiven van de aanvalsdatum zou zich gedurende de winter van '39-'40 nog vele malen herhalen; toen de aanval tenslotte op 10 mei 1940 kwam was dit al de twintigste vastgestelde aanvalsdatum. Het staat niet vast dat de Duitse wankelmoedigheid over de datum uitsluitend te maken had met de weersverwachting. Verdeeldheid tussen de op daden beluste Hitler en de meer voorzichtige Generale Staf of het in stand houden van een zenuwenoorlog kunnen evenzeer een rol gespeeld hebben.

Wildwest bij Venlo

Op 9 november werden, aan de grens bij Venlo, twee Engelse spionage medewerkers door de Duitsers ontvoerd. Een Nederlandse veiligheidsagent die de beide Engelsen begeleidde werd door de Duitsers neergeschoten en overleed in een Duits ziekenhuis. Lees elders op deze website meer over het Venlo incident. Het voorval viel vrijwel samen met de beoogde invasiedatum van 12 november; de Duitse timing van het Venlo incident kan daarmee te maken gehad hebben. Het Venlo incident werd bij de Duitse inval op 10 mei 1940 door Hitler c.s. gebruikt als bewijs dat Nederland zich niet aan zijn neutraliteit had gehouden.

Westerbork

Na de Kristalnacht in Duitsland en Oostenrijk, de bezetting van Tsjechië en de inval in Polen bereikte de paniek onder de joden in die landen een hoogtepunt. 'Vluchten nu het nog kan', zo leek het parool te worden. Ondanks de sluiting van de grens bleven de vluchtelingen zich in Nederland melden, zo al niet bij de grens (waar ze in principe werden teruggestuurd) dan wel elders in Nederland: bij familie, vrienden en hulporganisaties. De belangrijkste hulporganisatie was het 'Comité voor Bijzondere Joodse Belangen', waarvan de dagelijkse leiding berustte bij professor David Cohen. Een zware functie, waarin voortdurend veel begrip moest worden getoond voor de Nederlandse en, na mei 1940, de Duitse autoriteiten die graag gebruik maakten van de bereidheid van de joden om in eigen kring regelend op te treden bij de uitvoering van het vastgestelde beleid.

In november 1938 had de regering al besloten dat 'nieuwe' vluchtelingen zouden worden opgevangen in kampen waarvan de bouw en inrichting door het Joodse Comité gefinancierd moesten worden. Net als tegenwoordig stonden ook destijds de gemeenten niet in de rij om voor zo'n kamp in aanmerking te komen. De voorgenomen bouw van een kamp in de buurt van Elspeeth is daarvan een goed voorbeeld: omwonenden, ANWB en VVV lagen dwars. Deze drie partijen worden door De Jong genoemd maar hij maakt geen melding van een brief van het Kabinet der Koningin, dd 14 maart 1939 waarin 'Hoogstdezelve bepaald betreurt dat de keus voor het vluchtelingenkamp gevallen is op een terrein, dat zoo dicht bij het zomerverblijf van Hare Majesteit gelegen is dat het Hoogstdezelve aangenamer ware geweest indien dat terrein, eenmaal de keus op de Veluwe gevallen zijnde, veel verder van Het Loo had gelegen.' (citaat uit www.heal.demon.nl/Westerbork).

Besloten werd het kamp te bouwen bij Westerbork; het werd uiteindelijk verreweg het grootste kamp dat in Nederland gebouwd werd. Tijdens de bezettingsjaren was Westerbork het belangrijkste doorgangskamp voor de deportatie van Nederlandse joden, op weg naar de Duitse vernietigingskampen.

Op 9 oktober 1939 arriveerden de eerste 22 bewoners. Ze konden meteen aan de slag; er waren barakken gebouwd door arbeiders in de werkverschaffing maar de inrichting stond nog in de kinderschoenen. Eind april 1940 telde Westerbork al 749 vluchtelingen.

 

inhoud

Colijn blijft kalm
Colijn exit
de Geer
Neutraal
Alarm Sas, 12 november
Fall Gelb
Wildwest bij Venlo.
Westerbork

samenvatting 1939

Ondanks de in München gemaakte afspraken gaat Hitler gewoon verder met de Duitse expansie. Tsjechië ('Bohemen en Moravië') is aan de beurt. Engeland en Frankrijk ontkennen de geldigheid van eerdere garanties die ze wel degelijk gegeven hebben.

Colijn werd bij de Koningin ontboden die zich door de legerleiding had laten inpireren aan te dringen op een algemene mobilisatie. Maar Colijn houdt het hoofd koel of wil het naderende onheil niet erkennen. Zijn ministers kibbelen ondertussen over enige verlichting van het monomane bezuinigingsbeleid. Als Colijn de uitkeringen aan werklozen wil verlagen en zijn ministers voor het blok zet laten ze hem, de kampioen van vier bezuinigingskabinetten, vallen.

Het roer gaat om. J.D. de Geer wordt de nieuwe formateur die tot taak krijgt ook de SDAP te laten meedoen. Twintig jaar na de 'vergissing' van Troelstra gelukt het een coalitie te vormen met deelneming van de socialisten. Veel tijd om in rust aan een eigen signatuur te werken is er niet: twee weken na zijn aantreden op 10 augustus 1939 zijn de bordjes in Europa grondig verhangen door het verrassende niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en Rusland waarna Duitsland de handen vrij heeft voor zijn overval van Polen op 1 september 1939. Twee dagen later is de oorlog een feit.

Maar voorlopig nog niet in Nederland. Terwijl Hitler c.s. zijn begonnen aan hun macabere veldtocht in Polen begint Nederland aan een scenario waarvoor het rijkelijk laat is: het opbouwen van een moderne verdediging. De afkondiging van de algemene mobilisatie, de neutraliteitsproclamatie en het uitroepen van de 'staat van oorlog' zijn in dit scenario de formele vertrekpunten maar zonder gedetailleerde invulling betekenen ze weinig; er is veel werk aan de winkel.

De algehele leiding wordt in handen gelegd van de opperbevelhebber, generaal Reinders. Komt het op tijd klaar en hoeveel tijd is er eigenlijk? Al op 4 november komt er een geloofwaardig bericht: de Duitse aanval begint op 12 november. Tot 10 mei 1940 zal dit soort alarmberichten zich twintig keer herhalen hetgeen de rust in de voorbereiding van de verdediging uiteraard ontregelt. En ondertussen komt de vluchtelingenstroom uit het oosten goed op gang en geeft voeding aan angstige verhalen over de wreedheid van de oorlog.

+ - + - +