1945: het Einde

Het Duitse tegenoffensief in de Ardennen (16 december 1944 - 7 januari 1945) is de laatste grote stuiptrekking geweest. 1945 wordt het jaar van het einde van de Tweede Wereldoorlog, ook in de Pacific.

Duitsland moet militair nog worden verslagen maar de politieke leiders van de geallieerden hebben het oog al gericht op de situatie na de Duitse nederlaag. Ze beginnen het jaar met het uiten van verlangens en het maken van 'definitieve' afspraken in Jalta.

4-11 februari 1945: conferentie van Jalta.

Van 4-11 februari komen Churchill, Roosevelt en Stalin bijeen in Jalta.
Nu het einde van de oorlog in zicht komt is de gezamenlijke vijand niet meer het enige en allesbepalende thema; eigen, en vaak tegenstrijdige, belangen worden duidelijker en de 'kameraadschap' van de topleiders komt onder druk te staan. De gezamenlijke agenda valt uiteen en sluimerende tegenstellingen worden wakker met gekibbel.

Stalin wilde langs de westelijke grenzen van de Sovjet Unie een gesloten cordon van vazalstaten die politiek en economisch blijvend op de Sovjet Unie waren georiënteerd. Het moet voor Churchill een bittere pil zijn geweest dat een onafhankelijk Polen (de directe inzet van de oorlog met Duitsland) aan het eind van de gewonnen oorlog moest worden opgegeven in ruil voor loze beloften voor vrije verkiezingen; de in 1939 naar Londen uitgeweken Poolse regering stond er naast. Aldus was de realiteit van de machtsverhoudingen in Europa geworden.

De eerder bereikte overeenstemming over de verdeling van Duitsland in bezettingszones werd gepreciseerd. Maar deze grenzen mochten de vrijheid van de militaire bevelhebbers om de strijd professioneel te beslechten niet in de weg staan; achteraf zou, door verplaatsing van troepen, de beoogde verdeling in bezettingszones alsnog worden gerealiseerd. Elke zone zou afzonderlijk worden bestuurd door de betreffende geallieerde bevelhebber. Ook Frankrijk mocht van Stalin een zone hebben mits dit niet ten koste zou gaan van de Russische zone. Soortgelijke afspraken werden gemaakt over Oostenrijk. Berlijn en Wenen lagen als enclaves in de Russische bezettingszones maar beide steden werden niettemin verdeeld in vier bezettingszones. Duitsland zou na de oorlog 20 miljard dollar aan herstelbetalingen moeten voldoen (waarvan de helft voor de Sovjet Unie). Over Praag werd niets afgesproken.

1945, 13-15 februari: bombardement op Dresden.

Het omstreden Anglo-Amerikaanse bombardement van de 'cultuurstad' Dresden wordt veelal voorgesteld als een terreuractie om het Duitse moreel te breken en daarmee het einde van de oorlog te versnellen.In die zin is het vergelijkbaar met het gebruik van atoombommen op Hirosjima en Nagasaki en met het veel meer beperkte Duitse bombardement van 15 mei 1940 op Rotterdam. Daarnaast wordt wel gesteld dat Dresden een belangrijk spoorwegknooppunt was voor het verplaatsen van Duitse troepen van het westelijke naar het oostelijke front; Dresden en Berlijn zouden door de Russen zijn voorgesteld voor een bombardement door de westelijke geallieerden die in deze fase van de oorlog op zoek waren naar doelen voor hun gigantische luchtmacht. Tenslotte is wel gesuggereerd dat het bombardement een rol speelde als demonstratie van Anglo-Amerikaanse macht in het voorspel naar de koude oorlog.

Klik hier als u meer wilt weten over dit omstreden bombardement, dat vele tienduizenden slachtoffers onder de burgerbevolking heeft gekost.

1945: het westelijke front.

Na de mislukte operatie Market Garden bij Arnhem en het Duitse offensief in de Ardennen was Eisenhower vastbesloten de verdere opmars in Duitsland een solide basis te geven. Het Roergebied, het industriële hart van Duitsland, zou zijn eerste doel zijn; niet Berlijn, hoe zeer ook de symbolische betekenis van een Anglo-Amerikaanse intocht in Berlijn tot de verbeelding sprak van de politieke leiders. Nu de Duitse troepen vrijwel overal naar de rechteroever van de Rijn zijn verdreven verplaatst de aandacht zich naar het oversteken van de rivier.

1945, maart: de Rijn op drie plaatsen overgestoken

Het oversteken van de Rijn was nog steeds geen sinecure (zowel militair als politiek, zoals verder zal blijken) en werd, ondanks de desintegratie van het Duitse leger, gezien als een kostbare onderneming. In maart gelukte het niettemin op drie plaatsen:

1. De terugtrekkende Duitsers bliezen alle bruggen achter zich op maar konden niet verhinderen dat de Ludendorff-Brücke bij Remagen op 7 maart in bruikbare staat in handen viel van alerte Amerikaanse verkenners die bliksemsnel een sterk bruggenhoofd vestigden op de oostoever van de Rijn. Weliswaar stortte de beschadigde brug tien dagen later in als gevolg van overbelasting maar de Amerikaanse genie slaagde er in de verbinding met enkele pontonbruggen te herstellen. Het Duitse leger in het Roergebied werd oostwaarts teruggedreven en omsingeld; na een serie van plaatselijke capitulaties kon de balans worden opgemaakt. Het Roergebied was in handen van de geallieerden gevallen; bij de strijd waren meer dan 400.000 krijgsgevangenen gemaakt.

In een dagorder van 20 april 1945 complimenteerde Eisenhower zijn troepen:
'The battle of the Ruhr has ended with complete success... The rapidity and determination with which this brilliant action was executed tore asunder the divisions of Field Marshal Model and enabled all Army Groups without pause to continue their drive eastward into the heart of Germany. This victory of Allied aims is a fitting prelude to the final battles to crush the remnants of Hitler's armies of the west, now tottering on the threshold of defeat.'

2. In het zuiden, bij Mainz, werd een tweede oversteek van de Rijn toevertrouwd aan de stoutmoedige en agressieve Amerikaanse generaal Patton. Deze slaagde er in bij Oppenheim op 22 maart (een dag eerder dan Montgomery's complexe operatie bij Wesel) met een relatief eenvoudige amfibische operatie in korte tijd een bruggenhoofd op de oostoever te vestigen. Aan de rivaliteit tussen Montgomery en Patton en hun positie op Eisenhower's hoofdkwartier was opnieuw een hoofdstukje toegevoegd.

Soortgelijke operaties werden in de resterende dagen van maart uitgevoerd op vier andere plaatsen langs de Rijn: Boppard, St.Goar, zuidelijk van Mainz en bij Worms.

3. De best voorbereide oversteek vond, met veel machtsvertoon, plaats bij Wesel op 23 maart. Het ging om de operaties Plunder en Varsity en omvatte amfibievoertuigen, parachutisten en gliders. Op 27 maart had het bruggenhoofd een diepte van 30 km en een breedte van 55 km. De Duitse troepen trokken zich ontredderd terug in de richting van Bremen en Hamburg. Misschien was dit de kans voor de oprukkende troepen alsnog een rol te spelen bij de strijd om Berlijn? Een aantrekkelijke optie voor de commandant van de operaties in het noorden, Montgomery, en zijn politieke baas Churchill. Alles leek er op dat de grote slag van de westelijke geallieerden met een Britse signatuur in noord-Duitsland zou worden gestreden.

Churchill, nog niet erg verwend met Britse successen, ging een kijkje nemen op 23 maart in Montgomery's hoofdkwartier in Venlo en was getuige van de spectaculaire Varsity luchtlandingen. Op 25 maart bezocht hij, samen met Montgomery, generaal Eisenhower in zijn hoofdkwartier; na afloop van dit bezoek stak hij nog even de Rijn over naar een stukje 'vijandelijk terrein'.

Ondertussen was Eisenhower van mening veranderd. In de loop van maart bleek dat de Russen Berlijn al genaderd waren tot op 50 km en van plan waren de Duitse hoofdstad wellicht binnen enkele dagen in te nemen (in werkelijkheid bereikten de Russen Berlijn pas op 21 april). Verder werd Eisenhower verontrust door (achteraf onjuist gebleken) berichten dat een substantiële groep fanatieke Nazi's van plan was zich samen met Hitler te verschansen in het Beiers-Oostenrijkse alpengebied (Alpenfestung) en hij vreesde dat het opruimen van zo'n groep tot een nodeloze verlenging van de strijd zou leiden. Door een vergroting van de inspanningen in het zuiden (ten koste van Montgomery's operatie in het noorden) zouden de westelijke geallieerden, samen met de Russen, Duitsland in tweeën kunnen snijden waardoor een ontsnapping uit Berlijn naar de mysterieuze Alpenfestung kon worden voorkomen. Hij was van plan snel naar de Elbe door te stoten om daar contact te maken met het Rode Leger.

Aldus besloten gaf hij zijn verbindingsofficier bij de Russen op 28 maart opdracht deze voornemens aan Stalin bekend te maken, zulks in het kader van de wenselijke afstemming van wederzijdse militaire plannen. Eisenhower, misschien enigszins rechtlijnig, achtte zich gerechtigd dit te doen: het ging immers om een contact tussen militaire bevelhebbers (Stalin was de opperbevelhebber van het Rode Leger maar ook de politieke evenknie van Roosevelt en Churchill). Dit leidde tot enig tumult in Engeland en bij Montgomery, die zijn aandeel in de eindoverwinning bedreigd zag. Churchill, die pas 2 dagen nà Stalin op de hoogte werd gesteld, moest er aan te pas komen om de gemoederen te sussen. En ongetwijfeld even heeft moeten slikken: nog geen week geleden was hij met Montgomery bij Eisenhower op bezoek geweest zonder van de nieuwe plannen op de hoogte te worden gesteld. Het heeft er alle schijn van dat in de omgang tussen de Amerikanen en de Britten een toenemende neiging was ontstaan de Britten als junior-partner in de gezamenlijke strijd te behandelen en voor voldongen feiten te plaatsen; Eisenhower leek daarin door Washington gedekt te worden.

1945, maart en april: de concentratiekampen.

De Brits-Amerikaanse en de Russische opmars betekende voor enkele miljoenen (krijgs)gevangenen in Duitsland tevens de bevrijding. Aanvankelijk was de Duitse opvatting dat gevangenen niet in handen mochten vallen van de tegenstander; bij het naderen van de tegenstander werden de kampen ontruimd en de gevangenen verplaatst naar kampen in het achterland. Ook in de chaotische maanden maart en april probeerden Duitse kampcommandanten deze lijn vast te houden; zelfs als er geen haalbare bestemming meer te vinden was; andere kampcommandanten gingen er eenvoudig met de kampbewakers tijdig vandoor en lieten hun kamp bevrijden. Zoals op deze foto uit Buchenwald waar de Amerikaanse soldaten en persfotografen een onbeschrijfelijke toestand aantroffen.

Himmler maakte de situatie nog chaotischer met tegenstrijdige bevelen die ten dele werden ingegeven door de wens een deel van de gevangenen als 'vuistpand' vast te houden voor onderhandelingen. In deze fase van de oorlog begon Himmler zich in het geheim, buiten medeweten van Hitler, voorzichtig te profileren als de Nazi-leider die bereid was mee te werken aan de redding van de gevangenen. Op kleine schaal stemde hij in met initiatieven die zijn reddeloze imago konden verbeteren en zijn geloofwaardigheid moesten aantonen. Toen Hitler, kort voor zijn dood, bovendien hoorde dat Himmler streefde naar onderhandelingen over een capitulatie gaf hij bevel Himmler te arresteren. Zowel van de onderhandelingen als van de arrestatie kwam overigens niets terecht.

Naarmate de Duitse ineenstorting zich voltrok verminderde ook de vastberadenheid om de vernietiging van het joodse volk te voltooien als een zelfstandig doel van de oorlog. Het systeem implodeerde en er kwam niets voor in de plaats. Grootschalige executies bleven achterwege maar honger, uitputting en ziekten deden hun eigen dodelijke werk zoals in Bergen-Belsen waar Britse troepen op 15 april geconfronteerd werden met verwaarloosde, vervuilde, uitgeteerde, zieke, apathische en gedesoriënteerde gevangenen.

12 april 1945: Roosevelt overlijdt; opgevolgd door Truman

Het plotselinge overlijden van Roosevelt, President van de Verenigde Staten (1933-1945) schokt de wereld. Vanaf zijn aantreden in 1933 bestreed hij, onder de verzamelnaam New Deal, de binnenlandse economische problemen van de crisisjaren met on-Amerikaanse oplossingen: bijstand voor de werklozen, een actief economisch herstelprogramma en een hervorming van het economische systeem. Er kwam een Social Security System (in doelstelling en financiering enigszins verwant met maar breder dan de Nederlandse AOW); de handel in aandelen werd onder het federale toezicht gebracht van de Securities Exchange Commission.

Vanaf 1938 stuurde Roosevelt aan op een omvorming van het traditionele isolationisme naar een buitenlandse politiek van grotere betrokkenheid. In 1940 werd de dienstplicht ingevoerd en in 1941 kwam de Lend-Lease Agreement tot stand waarmee een formele basis werd gelegd voor steun aan de Britten in hun strijd met Duitsland.

Roosevelt was goed bevriend met Churchill die niet aarzelde op die vriendschap een beroep te doen. De nieuwe, maar onbekende, President Truman maakte snel duidelijk dat hij de politiek van Roosevelt wilde voortzetten. Dat was voor Churchill enerzijds een geruststelling maar het betekende ook dat de nieuwe President geen nieuwe verplichtingen in Europa wilde. Het betekende met name dat Amerika niet wilde kibbelen met de Russen over kleinigheden, waarvan Churchill altijd wel een lijstje bij de hand had.

25 april 1945: Amerikanen en Russen aan de Elbe.

Op 25 april is het zover: Amerikaanse en Russische soldaten begroetten elkaar bij Strehla en, vier uur later, op de vernielde brug bij Torgau. Een historisch moment dat nog meermalen opnieuw bij Torgau in scene werd gezet toen van weerskanten steeds hogere officieren kwamen toesnellen om te delen in de glans van de gebeurtenis. De ontmoeting aan de Elbe bezegelde in zekere zin het lot van Hitler: een ontsnapping vanuit Berlijn naar de mysterieuze Alpenfestung was niet langer mogelijk.

De ontmoeting aan de Elbe was ook een triomf voor Eisenhower, die al enkele weken de Elbe als belangrijkste doel had gesteld voor de Brits-Amerikaanse opmars naar het oosten, terwijl Churchill en Montgomery bleven dromen van Berlijn.

1945: het oostelijke front

De Russen hadden zich enige rust gegund in de periode waarin de Poolse opstandelingen en de Duitse bezetters van Warschau elkaar in het najaar van 1944 naar het leven stonden. Maar nu kreeg Stalin haast; de westelijke geallieerden stonden bij de Rijn en het zou slechts een kwestie van tijd zijn dat ze Duitsland binnendrongen, op jacht naar de hoofdprijs: Berlijn. Weliswaar lag Berlijn in de aan de Russen toe te wijzen bezettingszone maar hij wilde de hoofdprijs graag zelf winnen, ook al zou dat een kostbare operatie worden. Omgekeerd, was er de Duitsers veel aan gelegen zo lang mogelijk weerstand te bieden om de talrijke (Duitse) vluchtelingen een kans te geven voor de Russen te vluchten. De opmars, vanaf de Pools-Duitse grens naar Berlijn, ging met zware verliezen gepaard. Nu de Russen vochten op het terrein van de vijand herinnerde hun barbaarse optreden aan dat van de Duitsers tijdens hun acties in Rusland. De Duitsers wisten dat ze van de Russen niet veel goeds konden verwachten; en ze wisten waarom.

Berlijn, Hitler pleegt zelfmoord

Op 24 april 1945 wordt Berlijn door het zegevierende Russische leger ingesloten en op 30 april vechten de Russen zich van huis tot huis naar het centrum, dat al vanaf 20 april werd geteisterd door de Russische artillerie.

Een belangrijk doel is de Führerbunker in de tuin van de Reichskanzlei waar Hitler zich met zijn getrouwen heeft verschanst. In een bizarre ceremonie treedt Hitler op 30 april nog in het huwelijk met zijn trouwe vriendin Eva Braun; enkele uren daarna plegen ze zelfmoord. Slechts weinigen van de 'alte Kameraden' staan Hitler bij in zijn laatste dagen en uren. Opvallende afwezigen zijn Göring en Himmler die met vage missies naar het zuiden, resp noorden van Duitsland zijn gevlucht. Nadrukkelijk aanwezig is het tragische gezin Goebbels waarvan de ouders zelfmoord plegen nadat ze hun zes kinderen hebben gedood. In Hitler's politiek testament was Goebbels zo juist nog aangewezen als de nieuwe 'Kanzler' die o.a. wordt bijgestaan door Seyss-Inquart als 'Aussenminister'. Admiraal Dönitz is de nieuwe 'Reichspräsident' en 'Kriegsminister'. Göring en Himmler hebben het verbruid en worden als verraders gebrandmerkt en uit de partij gezet.

Niet alleen Himmler en Göring zijn afwezig en op de vlucht. Ook Mussolini, Hitler's bondgenoot van het eerste uur, was er niet bij maar dat zal weinigen hebben gestoord. Mussolini stond al twee jaar in de coulissen van het politieke toneel van Noord-Italië en was op de vlucht door partisanen herkend en geëxecuteerd, twee dagen vóór Hitler's zelfmoord. De plaats van zijn executie is gemarkeerd door een eenvoudig kruis.

In Hitler's testament benoemt hij Admiraal Dönitz tot zijn opvolger voor de functies 'Reichspräsident' en 'Kriegsminister'. De dramatische laatste weken, dagen en uren zijn o.a. verbeeld in de meeslepende film 'der Untergang' die (nog steeds) jaarlijks op TV wordt getoond.

Op 2 mei 1945 capituleert het Berlijnse garnizoen, nadat de Russische vlag was gehesen op de ruïnes van de Reichstag. Gedurende enkele weken wordt er in Berlijn door de Russische troepen geroofd, geplunderd en verkracht totdat de militaire politie ingrijpt. Een ooggetuige, Marta Hillers, schreef over haar autobiografische ervaringen en heeft er toe bijgedragen dat, naast schuldgevoelens over de Tweede Wereldoorlog, er in het naoorlogse Duitsland ook veel aandacht is gaan ontstaan voor 'Duitsland als slachtoffer'.

Het Rode Leger stopte niet in Berlijn maar bleef opdringen naar het westen, voorbij de afgesproken demarcatielijnen. De overmacht van de Russen was zo groot dat er weinig terecht kwam van de vurige wens van de gedemoraliseerde Duitse troepen: een snelle vlucht naar het westen om zich tijdig over te kunnen geven aan de Brits-Amerikaanse troepen. Eisenhower begon zich zelfs zorgen te maken dat de Russen wilden doorstoten naar Denemarken en de Duitse Noordzeehavens; Montgomery kreeg alsnog de welkome opdracht voor een snelle opmars naar het noorden.

april 1945: noord Duitsland en Nederland.

De (overwegend) Britse troepen onder Montgomery rukken snel op naar het noorden van Duitsland terwijl een Canadese brigade zich stap voor stap door Nederland vecht. Op 18 april zijn het noorden en oosten van Nederland op de Duitsers veroverd, met uitzondering van Delfzijl en de Friese waddeneilanden. Op 12 april geeft Montgomery opdracht de opmars naar het westen van Nederland stop te zetten 'uit vrees voor inundaties en de kostbare strijd langs de Grebbelinie'. Ook de hongerende bevolking in het westen zou het beste gediend zijn met deze verrassende wending in het geallieerde denken, aldus wordt aan de ontstelde Gerbrandy meegedeeld. Na enkele afrondingen langs het front wordt vanaf 20 april een onofficiële wapenstilstand in acht genomen, in afwachting van de Duitse capitulatie. De geallieerden en Seys-Inquart/Blaskowitz komen overeen dat er voedsel zal worden aangevoerd voor de hongerende bevolking in west Nederland. Dit gebeurt vanaf 30 april met droppings en wordt vanaf 2 mei gevolgd door transporten over de weg. Eveneens op 2 mei arriveren koningin Wilhelmina en prinses Juliana in Breda dat al een half jaar eerder was bevrijd door de 1ste Poolse Pantserdivisie; het sluitstuk van de bevrijding staat nu voor de deur en wacht feitelijk alleen nog op de Duitse capitulatie die niet lang meer kan uitblijven.

30 april - 8 mei, 1945: Duitsland capituleert.

De desintegratie van het Duitse leger was te groot en de bevoegdheden te onhelder om met een enkele capitulatie te kunnen volstaan:

30 april: capitulatie in noord Italië, Wolfe, Caserta
2 mei: idem, Vietinghoff, Caserta
4 mei: capitulatie in Nederland, Denemarken en noord Duitsland, Friedeburg, Lüneburger Heide
5 mei: mondelinge capitulatie in Nederland, Blaskowitz, Wageningen
6 mei: ondertekening capitulatie in Nederland, Blaskowitz, Wageningen
7 mei: algehele Duitse capitulatie, Jodl, Reims
8 mei: algehele Duitse capitulatie, Keitel, Berlijn

 

De capitulatie van 4 mei werd op 3 mei voorafgegaan door een adembenemend drama in de baai van Lübeck waar de SS talloze gevangenen uit Neuengamme had verzameld. Ze zouden vandaar o.a. met het passagiersschip Cap Arcona naar Zweden worden geëvacueerd. Een meer sinistere lezing van deze operatie wil dat Himmler het schip in de Oostzee zou laten zinken om bewijsmateriaal van wat er in Neuengamme gebeurd was te vernietigen. Maar geen van beide scenario's werd werkelijkheid. Op 3 mei, een dag vóór de capitulatie, werden de schepen aangevallen door Britse vliegtuigen met raketten, bommen en mitrailleurs in de veronderstelling dat het misschien ging om de ontsnapping van Nazi-kopstukken. Overlevenden die zich zwemmend of met reddingboten in veiligheid trachtten te brengen werden onderweg naar het strand beschoten door de Britse vliegtuigen of vanuit reddingboten met SS bewakers. Degenen die het strand wisten te bereiken werden opgewacht door SS-ers die het vuur op hen openden. Van de 7000 tot 8000 verzwakte, ondervoede en oververmoeide gevangenen overleefden slechts 350 dit drama, wellicht de grootste scheepsramp ooit.

In de verwarring rond de capitulatie en in de veelheid van gruwelijke berichten na de oorlog is de ramp in de baai van Lübeck wellicht wat onderbelicht gebleven. Het moeilijk te bevatten drama speelt een belangrijke rol in het boek 'Sonny Boy' van Annejet van der Zijl over de lotgevallen van een bijzonder echtpaar: de enigszins chaotische Hollandse Rika die in 1937 is getrouwd met de jonge zwarte Surinamer Waldemar. Samen hebben ze een zoontje Waldy, de Sonny Boy. De lotgevallen van het gezin in de crisistijd en het economisch herstel dat ze beleven bij de exploitatie van hun 'Pension Walda', Zeekant 56 in Scheveningen. Daaraan komt een abrupt einde als ze hun pension in 1942 moeten ontruimen in de eerste fase van de evacuatie van Scheveningen. Het pension duikt weer op in de Stevinstraat; niet meer voor badgasten maar nu voor joodse onderduikers. In 1943 verhuist het pension naar de Pijnboomstraat waar Rika, Waldemar en hun joodse gasten begin 1944 worden gearresteerd. Na verhoren in Villa Windekind en verblijf in de Scheveningse Strafgevangenis belandt Rika tenslotte in Ravensbrück en Waldemar in Neuengamme. Rika overlijdt aan uitputting in maart 1945. Waldemar wordt na de evacuatie van Neuengamme overgebracht naar de Cap Arcona in de baai van Lubeck; na de luchtaanval op 3 mei 1945 weet hij zwemmend het strand te bereiken waar hij alsnog wordt doodgeschoten.

De Europese oorlog is nu afgelopen. Wat er verder gebeurt valt buiten het bestek van deze webpagina en deze website. Voor de volledigheid enkele 'hoogtepunten' uit de periode na de capitulatie:

9 mei Göring gevangen genomen
23 mei Himmler zelfmoord
5 juni herverdeling Duitsland en Berlijn
1 juli US, UK en Franse troepen in Berlijn
5 juli verkiezingen Engeland, gewonnen door Labour
17 juli - 2 aug Potsdam conferentie: Truman, Stalin, Attlee/Churchill
26 juli Attlee volgt Churchill op als Prime Minister
6 aug atoombom op Hirosjima
8 aug USSR verklaart Japan de oorlog
9 aug atoombom op Nagasaki
14 aug Japan stemt in met onvoorwaardelijke overgave
2 sep Japan tekent de overgave
20 nov Neurenberg tribunaal

16 october 1946: hoofdschuldigen in Neurenberg opgehangen; Göring pleegt zelfmoord.

+ - + - +